Pagina 3 - Onderduikers op Texel

7
l
Een ontdekking
Teleurgesteld ploft Dikkie neer op de oude tuinbank.
Lopen we een halfuur, en nou is-tie er niet,’ moppert hij.
Zijn twee jaar oudere broer Biem zet zijn fiets in de schaduw en
loopt om de akkers heen.
Nee, niemand te zien!’ bevestigt hij als hij terug is.
Wistenwemaar hoe laat ’ie thuiskomt,’ zucht Dikkie. ‘Ikwil hier
geen uren...’ Hij stopt even, want boven hun hoofden klinkt het
geraas van vier jachtvliegtuigen.
Spitfires,’ wijst Dikkie.
Biem knikt.
De toestellen scheren laag over het water van de Waddenzee
en zwenken dan af naar het Marsdiep, de diepe zeearm tussen
Texel en Den Helder.
Voordat het afweergeschut begint te blaffen, zijn ze al weer
verdwenen.
De kruidenschuur is open,’ meldt Dikkie. ‘Misschien is Krijn
dáár wel.’
De jongens gaan de benauwde ruimte binnen en kijken rond.
Maar ook hier is alles doodstil.
Aan lange waslijnen hangen tabaksbladeren te drogen, en in de
stelling liggen pakken en zakkenmet kruiden. Dikkie knijpt zijn
neus dicht. Hij houdt niet van al die luchtjes door elkaar.
Krijn is echt weg,’ mompelt Biem, ‘zullen we wachten?’
En ons lekker vervelen,’ moppert Dikkie. ‘Wat is hier nou te
beleven?’